oud engelse vechtkriel
De Oud Engelse Vechter is een eeuwen oud ras. Het was al bekend bij de Romeinen tijdens hun veldtocht in Brittanië. Deze vechter is door Engelse kolonisten verspreid door de gehele wereld. In Engeland bestaan twee types het bredere TT type bekend als "Carlisle" en het authentieke en meer elegantere type de "Oxford". Beide types zijn in Engeland gestandariseerd in talloze kleurslagen. Het ras was ook populair in Europa maar verloor terrein door het coupeer-verbod. Ook gefokt in kriel-vorm. Gewicht 2.2 tot 2.8 Kg
Oud Engelse Vechthoenders, groot en kriel
De grote Oud Engelse Vechters zijn in het land van oorsprong in 2 types te bewonderen. Het ene type de “Carlisle”kan men het beste zien als een vergrote uitgave van de (europese) Oud Engelse Vechtkriel. Het andere type, de “Oxford”is iets minder breed, wat langer van rug en wat opgerichter van houding.
Terwijl ook de staartdracht breder en hoger is. Om deze typen te fokken heeft men wel de nodige ervaring nodig om ook kwaliteitsdieren te krijgen. De leg is goed. De Oud Engelse Vechtkriel kwam aan het einde van de 19e eeuw in de belangstelling en kon zich spoedig in een grote populariteit verheugen.
Ook in ons land werden ze spoedig in flinke aantallen gefokt. Door de grote aantallen erkende kleurslagen is er dan ook voor elk wat wils.
Als voordeel heeft dit ras een prima gehardheid en vruchtbaarheid. Het is een plezierig, tam en ongecompliceerd ras. Wil men echter op grote shows vooraan in de optocht mee doen, dan is conditioneren een must voor dit ras. De krieltjes zijn sterk bespierd. Het lichaam is breed en moet naar achteren toe sterk versmallen en is zeer kort. De schouders zijn breed en markant. De stelling moet een duidelijke hoeking laten zien tussen dij en loopbeen. De vleugels moeten goed aangetrokken worden maar mogen elkaar achter het lichaam nagenoeg raken. Ze kunnen in beperkte ruimte gehouden worden met goede resultaten. De leg is goed.